Uw betrouwbare partner voor professioneel textiellinnen voor zorgsector, horeca, bedrijven en groothandel

Gedragscode

I. INLEIDING

Bamatex Home Textiles BV zet zich in om binnen het wettelijk kader ethisch zaken te doen. Wij willen op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier werken. Dit engagement wordt weerspiegeld in de waarden van Bamatex Home Textiles. Inherent aan elke waarde is ons engagement om ethisch, waarheidsgetrouw en betrouwbaar te zijn. Dit reflecteert zich in onze standaarden van onze Gedragscode, die als leidraad dient bij het nemen van juiste beslissingen en het ethisch zakendoen.

Om onze visie duidelijk te maken aan al onze leveranciers en aan alle andere partners is deze Gedragscode opgesteld. Onze Gedragscode bevat o.a. verwachtingen op vlak arbeidsomstandigheden en milieu, maar ook op andere ethische domeinen, die in overeenstemming zijn met bepalingen van internationale conventies en instrumenten, zoals de kernconventies van de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie).

In veel gevallen zijn de vereisten van de Code dezelfde als de bepalingen in de nationale wet- en regelgeving. Indien de bepalingen van de nationale wetgeving en de verwachtingen van onze Gedragscode van elkaar verschillen, geldt de hoogste norm.

Over de verwachtingen van onze Gedragscode kan niet worden onderhandeld en moeten deze door onze leveranciers en hun onderaannemers bij al hun activiteiten worden nageleefd. Indien deze niet nageleefd worden, verwachten wij dat corrigerende maatregelen worden genomen binnen een redelijk tijdsbestek dat is overeengekomen tussen de leverancier en Bamatex Home Textiles BV. Indien corrigerende maatregelen niet aan de verwachtingen voldoen, zal de relatie met de leverancier worden beëindigd.

Onze Kernwaarden zijn:
  • Wij streven ernaar om diensten en producten van hoge kwaliteit te leveren die voldoen aan de verwachtingen en eisen van onze klanten en leveranciers.
  • We laten ons bedrijf winstgevend groeien.
  • We streven naar voortdurende verbetering.
  • De beleidsvoering gebeurt op ethische manier.


II. PRINCIPES VAN BAMATEX HOME TEXTILES BV

De zakelijke relatie tussen Bamatex Home Textiles BV en haar leveranciers zal gebaseerd zijn op wederzijds respect, en alle partijen zullen gedurende het ganse proces op een goede en constructieve wijze communiceren.


Bamatex Home Textiles BV's doelstelling

Ons doel is om een positieve invloed te hebben op het respecteren van de Mensen- & Arbeidsrechten en milieubescherming, en dit zowel binnen het bedrijf als naar onze zakenpartners toe.

Bevoordeling van producenten en producerende landen

Bamatex Home Textiles BV zal, bij het kiezen van leveranciers, naast andere concurrentie-aspecten, rekening houden met sociale en milieunormen. Naleving van deze normen, wordt beschouwd als een concurrentievoordeel en zal in overweging worden genomen bij de keuze van leveranciers en verkopers.

Boycot van individuele landen

Bamatex Home Textiles BV zal vermijden om in landen aan te kopen waar er een brede internationale consensus bestaat om deze te boycotten vanwege de mensenrechtensituatie in dat land.

Corruptie en omkoping

Bamatex Home Textiles BV, inclusief alle medewerkers, accepteren geen aanbod, gift of aanvaarding van steekpenningen in welke vorm dan ook, met inbegrip van smeergeld, op enig deel van een contract betaling, of het gebruik van andere manieren om ongepaste voordelen te verschaffen aan klanten, agenten, aannemers, leveranciers, of werknemers van een dergelijke partij of overheidsfunctionarissen.

Continue evaluatie en verbetering van het interne beleid en de praktijken van Bamatex Home Textiles BV

Bamatex Home Textiles BV zal ons eigen beleid en onze inkooppraktijken voortdurend evalueren en, indien van toepassing, verbeteren om leveranciers en onderaannemers te helpen deze Gedragscode na te leven.

Betrokkenheid en bescherming van werknemers

Bamatex Home Textiles voert verantwoordelijke en genderbewuste managementpraktijken in waarbij alle werknemers en hun vertegenwoordigers voldoende betrokken en geïnformeerd worden over het invoeringsproces.



III. GEDRAGSCODE


A. MENSENRECHTEN

1. Vrij gekozen arbeid (ILO verdragen nr. 29 en 105)
1.1. Er is geen dwangarbeid, schuldarbeid of onvrijwillige gevangenisarbeid.
1.2. Werknemers zijn niet verplicht "borgsommen" of identiteitspapieren bij hun werkgever te deponeren en zijn vrij om hun werkgever te verlaten na een redelijke opzegtermijn.

2 Vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen (IAO Conventies nr. 87, 98, 135 en 154)
2.1. Werknemers hebben, zonder onderscheid, het recht zich aan te sluiten bij vakverenigingen van hun eigen keuze of vakverenigingen op te richten, en collectief te onderhandelen.
2.2. Werknemersvertegenwoordigers mogen - zonder enig onderscheid en ongeacht hun geslacht - niet worden gediscrimineerd en moeten ruimte hebben om hun functie als vertegenwoordiger op de werkplek te kunnen uitoefenen.
2.3. Wanneer het recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen bij wet is beperkt, moet de werkgever deze onafhankelijke en vrije onderhandeling en verenigingen stimuleren en niet belemmeren

3. Geen kinderarbeid (VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, ILO-Verdragen nrs. 138, 182 en 79, en ILO-Aanbeveling nr. 146)
3.1. Kinderen en jongeren onder de 18 jaar mogen geen arbeid verrichten die gevaarlijk is voor hun gezondheid of veiligheid, ook geen nachtarbeid.
3.2. Kinderen onder de 15 jaar (14 of 16 in bepaalde landen) mogen geen arbeid verrichten die nadelig is voor hun ontwikkeling. Wij accepteren geen kinderarbeid bij de productie van artikelen voor Bamatex Home Textiles BV. Niet door leveranciers en niet door onderaannemers. Indien kinderarbeid is aangetroffen op een plaats van productie, dient leverancier onmiddellijk actie te ondernemen om de noodzakelijke maatregelen te treffen.
3.3. Het aanwerven van kinderen die in strijd is met de hierboven genoemde verdragen is onaanvaardbaar. De betrokken kinderen moeten echter de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen en onderwijs te volgen tot zij niet meer leerplichtig zijn.
3.4 Als onderdeel van het wervingsproces wordt een toereikende leeftijdscontrole ingesteld, dat op geen enkele manier vernederend of respectloos mag zijn voor de werknemer.

4. Speciale bescherming voor jonge werknemers
4.1. Er worden de nodige mechanismen ingesteld om risico’s voor jonge werknemers te voorkomen, vast te stellen en te beperken., Hierbij is er speciale aandacht dat jonge werknemers op een eenvoudige wijze toegang hebben tot doeltreffende operationele klachtenmechanismen en tot programma's en trainingen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk die specifiek zijn afgestemd op de behoeften van jonge werknemers.
4.2 Er wordt voor gezorgd dat het soort werk weinig schadelijk is voor de gezondheid en ontwikkeling van jonge werknemers en dat hun werktijden hen in staat stellen om naar school te gaan.


5. Geen onzeker werk
5.1 Het werk wordt uitgevoerd op basis van een erkende en gedocumenteerde arbeidsrelatie, die tot stand is gekomen in overeenstemming met relevante nationale wetgeving, gewoontes of praktijken, en internationale arbeidsnormen, afhankelijk van welke het meeste bescherming biedt.
5.2 Voordat de werknemers in dienst treden, krijgen zij duidelijke informatie en worden zij geïnformeerd over hun rechten, verantwoordelijkheden en arbeidsvoorwaarden, waaronder werktijden, beloning en betalingsvoorwaarden en dit alles in hun eigen taal.
5.3 Verplichtingen jegens werknemers uit hoofde van internationale verdragen en socialezekerheidswetgeving, alsmede regelingen die voortvloeien uit de reguliere arbeidsrelatie, mogen niet worden omzeild door gebruik te maken van kortdurende contracten (zoals contractarbeid, losse arbeid of dagarbeid), onderaannemers of andere arbeidsrelaties.
5.4 De duur en de inhoud van stages en opleidingsprogramma’s moeten duidelijk worden gedefinieerd.


6. Geen discriminatie (ILO-Verdragen nrs. 100 en 111 en het VN-Verdrag inzake Discriminatie van Vrouwen)
6.1. Alle werknemers worden met respect en waardigheid behandeld.
6.2 Er mag op de werkplek niet gediscrimineerd worden op basis van etnische en nationale achtergrond, nationaliteit, religie, leeftijd, handicap, geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, kaste, sociale achtergrond, handicap, lidmaatschap van een vakbond of andere legitieme organisaties, politieke voorkeur of opvattingen, gezinsverantwoordelijkheden, zwangerschap, ziekte of enige andere omstandigheid die aanleiding kan geven tot discriminatie.
6.3 Er worden maatregelen genomen om werknemers te beschermen tegen seksueel intimiderend, bedreigend, beledigend of uitbuitend gedrag, en tegen discriminatie of beëindiging van het dienstverband op niet te rechtvaardigen gronden, zoals huwelijk, zwangerschap, ouderschap of HIV-status.

7. Geen ruwe of onmenselijke behandeling
Fysieke mishandeling of bestraffing, of dreiging met fysieke mishandeling, seksuele of andere intimidatie en verbaal geweld, evenals andere vormen van intimidatie, zijn verboden.


8. Specifieke behoeften van kwetsbare belanghebbenden of groepen

We identificeren en erkennen specifieke behoeften van kwetsbare groepen zoals vrouwen, jonge werknemers, kinderen en (etnische) minderheden. Deze behoeften vereisen een aanpak die rekening houdt met hun unieke karakter en kwetsbaarheden. Hier volgen enkele belangrijke overwegingen voor elke groep:

1. Vrouwen:
  • Gendergelijkheid: bevorder gendergelijkheid op de werkplek door te zorgen voor gelijke beloning, gelijke kansen op promotie en een veilige werkomgeving.
  • Gezondheid en veiligheid: specifieke gezondheids- en veiligheidsproblemen aanpakken die vrouwen kunnen treffen, rekening houdend met de fysieke eisen van bepaalde taken en het voorzien in de juiste beschermingsmiddelen.

2. Kinderen en jonge werknemers:

  • Preventie van kinderarbeid: strikt toezien op de naleving van wetten tegen kinderarbeid en ervoor zorgen dat jonge werknemers passend onderwijs en opleiding krijgen.
  • Werktijden: reguleren en controleren van werktijden om uitbuiting te voorkomen en het welzijn van jonge werknemers te waarborgen.

3. (Etnische) minderheden:

  • Bewustzijn voor culturele verschillen: bewustzijn voor culturele verschillen en gevoeligheden verhogen en inclusiviteit op de werkplek bevorderen.
  • Gelijke kansen: zorgen voor gelijke kansen voor loopbaanontwikkeling en promotie, ongeacht etniciteit en nationale achtergrond, nationaliteit, religie, leeftijd, handicap, geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, kaste, sociale achtergrond, handicap, lidmaatschap van een vakbond of andere legitieme organisaties, politieke voorkeur of opvattingen, gezinsverantwoordelijkheden, zwangerschap, ziekten of andere omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot discriminatie.

Algemene overwegingen:

  • Eerlijke lonen: ervoor zorgen dat alle werknemers, inclusief vrouwen, kinderen en etnische minderheden, een eerlijk loon ontvangen dat voldoet aan de basislevensstandaard.
  • Arbeidstijden: controleer en regel de arbeidstijden om uitbuiting te voorkomen en ervoor te zorgen dat werknemers een gezond evenwicht tussen werk en privéleven hebben.
  • Empowerment van werknemers: de vorming van werknemersverenigingen of -vakbonden aanmoedigen om kwetsbare groepen in staat te stellen hun zorgen collectief te uiten.
  • Gezondheid en veiligheid: prioriteit geven aan de gezondheid en veiligheid van alle arbeiders, met aandacht voor specifieke problemen die kwetsbare groepen kunnen treffen.

Transparantie van de supply chain:

  • Maatregelen implementeren in de supply chain om de arbeidsomstandigheden te volgen en te controleren, zodat ethische normen worden nageleefd.
  • Auditing en certificering: regelmatig onafhankelijke audits en certificeringen uitvoeren om te controleren of de arbeidsnormen en ethische praktijken worden nageleefd.

Regeringen, bedrijven en niet-gouvernementele organisaties spelen een cruciale rol bij het implementeren en handhaven van deze maatregelen om een rechtvaardigere en duurzamere werkomgeving te creëren. Samenwerking tussen belanghebbenden is essentieel om de complexe problemen van kwetsbare groepen aan te pakken.



B. WERKOMGEVING

9. Adequate en eerlijke lonen (ILO-verdrag nr. 131)

9.1. De lonen en uitkeringen die voor een standaardwerkweek worden betaald, moeten ten minste voldoen aan de nationale wettelijke normen of aan de benchmarknormen van de bedrijfstak, indien deze hoger zijn. De lonen moeten altijd voldoende zijn om in de basisbehoeften te voorzien. Verantwoordelijkheid, anciënniteit en opleiding van de werknemers worden weerspiegeld in de hoogte van de lonen.

9.2 De loonkloof zal nauwkeurig worden geëvalueerd en er zal een proces in gang worden gezet om geleidelijk te komen tot een leefbaar loon dat voldoende is om de werknemers en hun gezinnen een fatsoenlijke levensstandaard te bieden.
9.3 Alle werknemers krijgen een schriftelijke en begrijpelijke overeenkomst waarin hun loonvoorwaarden en betalingswijze worden uiteengezet, alvorens zij in dienst treden.
9.4 Inhoudingen op het loon als disciplinaire maatregel zijn niet toegestaan. Inhoudingen kunnen alleen worden uitgevoerd onder de voorwaarden en in de mate die door de wet zijn toegestaan of bij collectieve arbeidsovereenkomst zijn vastgesteld.
9.5 Wanneer een loon voor productie, quotum of stukloon is vastgesteld, verdienen werknemers ten minste een loon dat respectievelijk voldoet aan of hoger is dan de toepasselijke wettelijke minimumlonen, industrienormen of collectieve arbeidsovereenkomsten (indien van toepassing) met standaardarbeidstijden.
9.6 Werknemers van alle geslachten en categorieën, zoals migrantenwerknemers en lokale werknemers, ontvangen dezelfde beloning voor gelijke functies en kwalificaties.
9.7 Werknemers krijgen de sociale voordelen die wettelijk zijn toegekend, zonder negatieve gevolgen voor hun loon, anciënniteit, positie of promotiekansen.


10. Geen buitensporige arbeidstijden (IAO-verdragen nrs. 1 en 14)
10.1 De arbeidstijd moet in overeenstemming zijn met de nationale wetten en normen, afhankelijk van welke een betere bescherming biedt. Aanbevolen wordt dat de arbeidstijd niet meer dan 48 uur per week (8 uur per dag) bedraagt.
10.2 De werknemers krijgen ten minste één vrije dag per periode van zeven dagen en rustpauzes in elke werkdag.
10.3 Overwerk moet worden beperkt. Overwerk wordt beschouwd als uitzonderlijk en vrijwillig. Aanbevolen wordt maximaal 12 uur overwerk per week.
10.4 Werknemers ontvangen altijd loon voor overwerk, minimaal in overeenstemming met de geldende wetgeving.

11. Veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden (IAO-Verdrag nr. 155 en IAO-Aanbeveling nr. 164)
11.1 De werkomgeving moet veilig en hygiënisch zijn, rekening houdend met de gangbare praktijken van de industrie en rekening houdend met alle specifieke gevaren. Adequate maatregelen moeten worden genomen ter voorkoming van ongevallen en schade aan de gezondheid die voortvloeien uit, samenhangen met of zich voordoen tijdens het werk, veroorzaakt door gevaren die inherent zijn aan de werkomgeving tot een minimum te beperken, voor zover dit redelijkerwijs uitvoerbaar is. De werkomgeving voldoet aan de nationale wetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk, of aan internationale normen als de nationale wetgeving zwak is of slecht wordt gehandhaafd.
11.2 Werknemers krijgen in alle stadia van het dienstverband gedocumenteerde gezondheids- en veiligheidscursussen, en deze cursussen worden herhaald voor nieuwe werknemers.
11.3 Er moet worden gezorgd voor toegang tot schone toiletten en drinkwater en, indien van toepassing, sanitaire voorzieningen voor het bewaren van levensmiddelen.
11.4 Waar woonvoorzieningen aanwezig zijn, moeten deze schoon, veilig en voldoende geventileerd zijn en toegang hebben tot schone toiletvoorzieningen en drinkwater.
11.5 Kwetsbare personen - zoals, maar niet beperkt tot, jonge werknemers, jonge en aanstaande moeders en personen met een handicap - moeten speciale bescherming krijgen.
11.6 Er is een systeem om potentiële en feitelijke risico’s voor de gezondheid en veiligheid van werknemers te beoordelen, te identificeren, te voorkomen en te beperken.
11.7 Er worden doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers ongevallen, verwondingen of ziekten oplopen die voortvloeien uit, verband houden met of zich voordoen tijdens het werk. Deze maatregelen zijn gericht op het minimaliseren, voor zover redelijk, van de oorzaken van gevaren die inherent zijn aan de werkplek.
11.8 Er wordt een register bijgehouden van gezondheids- en veiligheidsincidenten op de werkplek en in alle andere diensten die worden verstrekt of verplicht zijn.
11.9 Alle relevante licenties en documentatie die vereist zijn door de nationale wetgeving worden verkregen.
11.10 Er worden relevante comités opgericht, zoals een comité voor gezondheid en veiligheid op het werk, om een actieve samenwerking te garanderen tussen het management en de werknemers en/of hun vertegenwoordigers voor de ontwikkeling en effectieve implementatie van systemen die een veilige en gezonde werkomgeving garanderen. Deze commissies streven ernaar de diversiteit van de werknemers te vertegenwoordigen.
11.11 Alle werknemers krijgen gratis doeltreffende en op maat gemaakte persoonlijke beschermingsmiddelen (PPM), waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van verschillende categorieën werknemers, zoals zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.


C. MILIEUBEHEER

12. Aandacht voor gemarginaliseerde bevolkingsgroepen
Productie en winning van grondstoffen voor de productie mogen niet bijdragen tot de vernietiging van het inkomen en de inkomensbasis van gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, zoals bij het claimen van grote landoppervlakten of andere natuurlijke grondstoffen waarvan deze bevolkingsgroepen afhankelijk zijn.

13. Bescherming van het milieu
13.1 Er wordt een proces- en risicogebaseerd milieuzorgsysteem geïmplementeerd dat i aangepast is aan het bedrijfsmodel.
13.2 De milieueffecten van alle activiteiten worden geïdentificeerd en er worden adequate maatregelen geïmplementeerd om deze te voorkomen, te beperken en te herstellen. Er wordt rekening gehouden met milieumaatregelen in de hele productie- en distributieketen, van de productie van grondstoffen tot de verkoop aan de consument. Er wordt rekening gehouden met lokale, regionale en globale milieuaspecten. Op de productielocatie mag de plaatselijke biotoop niet worden geëxploiteerd of aangetast door vervuiling.
13.3 De nationale en internationale milieuwetgeving en -regelgeving worden nageleefd.
13.4 Waar nodig moeten relevante lozingsvergunningen worden verkregen.
13.5 Gevaarlijke chemicaliën en andere stoffen worden zorgvuldig beheerd.
13.6 Er wordt sterk focus gehouden op het beheer van het waterverbruik, de waterverontreiniging en de uitstoot van broeikasgassen.


D. BEHEERSYSTEEM

De leverancier moet positieve acties ondernemen om de vereisten van deze norm te implementeren, om de norm in al zijn activiteiten op te nemen en om de norm tot een integraal onderdeel van zijn algemene filosofie te maken.

De leverancier wijst de verantwoordelijkheid voor alle aangelegenheden met betrekking tot deze gedragscode toe aan een manager binnen zijn organisatie.

Het topmanagement van de leverancier zal periodiek de werking van de vereisten van deze norm evalueren.

De leverancier aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de naleving van de vereisten van deze gedragscode ten aanzien van alle werknemers en werkneemsters waarop hij toezicht houdt en stemt ermee in om:
a- verantwoordelijk te zijn voor de toepassing van deze gedragscode op elke plaats van tewerkstelling
b- ervoor te zorgen dat werknemers en werkneemsters op de hoogte zijn van de gedragscode door de inhoud ervan mee te delen in een taal die zij begrijpen.
c- zich te onthouden van disciplinaire maatregelen, ontslag of andere vormen van discriminatie tegen een werknemer wegens het verstrekken van informatie over de naleving van deze gedragscode.

De leverancier dient een passende administratie bij te houden om de naleving van de eisen van deze norm aan te tonen, en dient in staat te zijn om redelijke informatie en toegang te verschaffen aan door Bamatex Home Textiles BV goedgekeurde partijen die de conformiteit willen verifiëren.

De leverancier zal de naleving van deze Gedragscode als voorwaarde stellen in alle overeenkomsten die hij aangaat met onderaannemers. Deze overeenkomsten zullen deze onderaannemers verplichten zich te conformeren aan alle eisen van deze norm en deel te nemen aan de controleactiviteiten van de leverancier zoals gevraagd.

Met betrekking tot het gebruik van agenten, of meerdere fabrieken of leveranciers die onderaannemers hebben, moeten alle verbanden traceerbaar zijn wat betreft de productielocatie met betrekking tot de aan Bamatex Home Textiles BV geleverde vervaardigde goederen. Eventuele onderaanneming dient voorafgaand aan de productie door Bamatex Home Textiles BV te worden goedgekeurd.


IV. AUDITING EN TOEZICHT

Om de naleving van deze Gedragscode te beoordelen, zal Bamatex Home Textiles BV gebruik maken van audits, hetzij door eigen personeel, hetzij door goedgekeurde derden. Wij behouden ons het recht voor de naleving van deze Gedragscode systematisch te controleren door, onaangekondigde of aangekondigde inspecties, uitgevoerd door Bamatex Home Textiles BV personeel of onafhankelijke auditors.



V. CORRIGERENDE MAATREGELEN EN NIET-NALEVING

De Gedragscode van Bamatex Home Textiles BV stelt de norm vast waaraan al onze leveranciers en partners tijdens de exploitatie en productie moeten voldoen.

Indien herhaalde overtredingen worden vastgesteld zonder enige inspanning van de leverancier om passende maatregelen te nemen, is het onze plicht om de samenwerking met dergelijke leveranciers te beëindigen.


01/01/2024
Bamatex Home Textiles BV
Bart Maes, CEO